Brabant blijft ‘koploper’ in pillen en speed, maar politie vindt minder labs en voorraden

EINDHOVEN – In Brabant zijn vorig jaar minder drugslabs en ook minder opslagplaatsen voor chemische stoffen ontdekt. Wel waren er opnieuw meer dumpingen, maar dat aantal is niet explosief gestegen. Dat blijkt uit de officiële politiecijfers die zaterdag zijn gepubliceerd. De conclusie is wel duidelijk: in Brabant gebeurt nog steeds het meeste in de pillen- en speedwereld.

Vorig jaar registreerde de politie 109 dumpingen van drugsafval in Brabant, tegen 83 (2017) en 101 (2016). Ter vergelijking: Limburg had vorig jaar 62 dumpingen, amper de helft dan wat er bij ons bekend is geworden. Maar ook daar steeg het aantal meldingen. De toename is landelijk zichtbaar: 292 in 2018 tegenover 206 in 2017. 

Daarmee is duidelijk dat in Brabant pakweg een derde van al het Nederlandse drugsafval wordt gevonden. “Een verklaring kan zijn dat producenten meer gebruik maken van zogenoemde pre-precursoren: legale stoffen die nodig zijn om verboden stoffen voor synthetische drugs zoals MDMA te vervaardigen”, zegt Max Daniel, portefeuillehouder drugs van de politie. “Dat levert meer afval op. Daarnaast vermoeden we ook dat sprake is van een toename van het aantal labs. Verder is de registratie van dumpingen sterk verbeterd.”

Minder laboratoria
De politie vond vorig jaar 22 drugslabs in Brabant. Dat waren er 27 in 2017 en zestien in 2016. Dat aantal schommelt nogal. In het hele land vond de politie 82 labs, evenveel als het jaar ervoor. 

Hier is helder: pakweg een kwart van de drugsfabriekjes zit in Brabant. 

Opslag
Een afname is wel zichtbaar bij het aantal opslagplaatsen in Brabant. Dat zijn vaak loodsen met voorraden chemische stoffen, glaswerk en ketels maar ook met afvalstoffen. Dat waren er 28 in 2018, tegen dertig (2017) en 42 (2016). Landelijk steeg dit aantal plekken licht van zeventig naar 79. 

Uit de cijfers blijkt ook duidelijk dat Limburg na Brabant de tweede ‘synthetische drugsprovincie’ is en dat Gelderland in opkomst is. Daar is in alles al een paar jaar een stijging zichtbaar. In 2018 vond de politie er zestien labs, veertien opslagplaatsen en waren er veertig dumpingen. Als je kijkt naar het aantal labs dan is Gelderland Limburg (twaalf) voorbijgestreefd en dat is voor het eerst. Ook Drenthe maakt een sprong: vijf drugslabs. Daar waren ze vroeger nooit. Utrecht ziet hetzelfde gebeuren met 6 labs vorig jaar. 

Zorgen
De politie maakt zich zorgen en kondigt aan nog meer te gaan inzetten in deze ‘sector’. Onderzoeken richten zich behalve op productie- en opslaglocaties in toenemende mate op geldstromen. 

“We moeten en zúllen meer inzetten op het financiële aspect. Criminelen hebben financiële drijfveren, je moet ze raken waar het pijn doet. Alleen zo komen we uit bij de bij facilitators van de productie en handel en de personen die hierin investeren”, aldus Daniel.